De mooiste verhalen beginnen vaak waar je ze niet verwacht. Voor mij was dat Thailand, in februari 2025.
We bezochten mijn broer, die er al jaren woonde. Samen eten, praten en genieten van het moment. Ik had geen idee dat het een van onze laatste keren zou zijn. In maart overleed hij.
Toch voel ik nu heel duidelijk: hij heeft iets belangrijks in gang gezet.
Mijn broer regelde voor ons een verblijf bij The European Chiang Mai, de B&B van zijn vriend Bertil. Op een ochtend zei Bertil: “Erica jij bent van de kunst. Je moet eens langs bij Jeannette van Elephant Parade Land.”
En zo belandden we tussen honderden handbeschilderde olifanten. Elk uniek, elk met een eigen verhaal. Maar daar, tussen al die kleurrijke olifanten, stond één klein wit eendje. Anders. Opvallend door zijn eenvoud.
Iets klikte.
Toen ik het later aan mijn broer vertelde, grijnsde hij: “Ga er maar wat mee doen, eenden kweker.” Hij noemde me zo omdat ik al langer kunst maak met badeenden, altijd met een boodschap over herinnering, rouw, liefde en verlies.
Terug thuis begon ik na te denken. Langzaam groeide er iets dat groter werd dan ik ooit had kunnen bedenken.
Een kunstobject ontstond. Een gesprekstarter. Een symbool voor dementie, maar vooral voor hoop. Voor alles wat dreigt te vervagen en toch weer gevonden kan worden.
Mijn broer zit er nog steeds in verweven. In elke gouden barst, in elk verhaal dat verteld wordt. In elke eend die zijn weg vindt.
Zonder hem, zonder Thailand, zonder Bertil en Jeannette was Dobby International er nooit geweest.
Het verhaal begint pas. En mijn broer kijkt mee.
Liefs,
Erica de Winter
