Volgende week verschijnt het eerste Dobby-boekje. Tot die tijd alvast iets wat je nú kunt gebruiken: eenvoudige taal die rust geeft wanneer oma soms je naam kwijt is. Kinderen voelen alles. Ze zien dat er “iets” is. Wat zeg je dan, zonder het zwaar te maken? Met de zinnen hieronder geef je houvast – aan het kind, en eerlijk gezegd ook aan jezelf.
- “Oma is nog steeds oma; haar hersenen werken alleen soms anders.”
Hiermee scheid je de persoon van de aandoening. Oma ís niet de dementie. Ze is oma, met alles wat haar leuk, lief en eigen maakt. - “Vergeten doet niemand expres.”
Schuld of schaamte bij kinderen zakt meteen. Mildheid wordt mogelijk. - “Je mag alle gevoelens hebben – verdrietig, boos, opgelucht, blij.”
Gevoelens mogen naast elkaar bestaan. Door ze te benoemen haal je de druk eraf. - “We helpen herinneringen terugvinden met kleine dingen: foto’s, geuren, muziek.”
Concreet en hoopvol. Het kind kan meedoen: een foto kiezen, een liedje opzetten, een geurpotje openen. - “Je hoeft niets te fixen; samen zijn is al genoeg.”
Kinderen voelen soms een onzichtbare taak. Jij haalt die last weg. - “We praten rustig, één ding tegelijk. Dat helpt oma.”
Een mini-handleiding in één zin. Het kind snapt wat “helpen” is zonder zichzelf te verliezen. - “Als jij het lastig vindt, vertel het aan mij. Ik luister.”
De belangrijkste zin. Veiligheid is niet dat alles makkelijk is, maar dat alles gezegd mag worden.
Kleine ritueeltjes die grote rust geven
- Het herinnerkaartje
Leg Dobby op tafel als anker. Vraag: “Welke fijne herinnering aan oma wil jij bewaren?” Schrijf of teken die samen op een kaartje. Bewaar het onder Dobby. Iedere keer dat oma er is, pak je het erbij. - Het drie-geluiden-moment
Kies drie bekende geluiden (het theelepeltje tegen het kopje, het belletje aan de deur, de eerste tonen van oma’s lievelingslied). Herhaal ze in dezelfde volgorde. Ritme geeft rust. - De geurkist
Doe drie kleine potjes in een doos: koffie, kaneel, zeep. Laat het kind kiezen welke geur “vandaag bij oma past” en vertel er een mini-verhaal bij. Geur is een snelle brug naar gevoel.
Dobby als zacht gespreksanker
Een simpel, herkenbaar object helpt om het gesprek minder spannend te maken. Dobby – een turquoise eendje met gouden kintsugi-barstjes – staat voor kwetsbaarheid die gezien mag worden. Zet Dobby op tafel en zeg: “Wij bewaren hier onze herinner-schatten onder.” Zo wordt praten tastbaar en veilig, zonder dat je het meteen over ‘ziekte’ hoeft te hebben.
Veelgestelde vragen (kort)
Moet ik het woord ‘dementie’ gebruiken?
Alleen als het bij jullie past. Begin met “haar hersenen werken soms anders”. Voeg het woord toe wanneer het kind ernaar vraagt of wanneer het logisch voelt.
Wat als oma boos of onrustig wordt?
Houd het klein. Benoem wat je ziet (“Oma is even onrustig”) en bied iets eenvoudigs aan (“Zullen we samen zitten en een liedje aanzetten?”). Geen quizvragen; wel veiligheid.
Wat als het kind niet wil praten?
Prima. Tekenen, kleien of een foto plakken is óók praten. Laat het kind leiden.
Seintje voor het boek
Wil je een seintje als het boekje live staat en een voorbeeldpagina zien? Laat je e-mail achter of stuur me een bericht. Werk je in de zorg of het onderwijs en wil je kennismaken met het Dobbyhuis? Plan gerust een korte kennismaking.